Langzaam door de lucht
BB#100 De ongelofelijke avonturen van Jules Verne
Illustratie Jesse Strikwerda
Langzaam door de lucht
Mijn naam is Fergusson, hallo,
naast me mijn trouwe dienaar Joe.
Met Kennedy mijn compagnon,
gedrieën in een luchtballon.
Met de ballon vol waterstofgas
gaan we hoog over bos en moeras
over karavaan en geitenstal
van Zanzibar naar Senegal.
Al wat gewogen is, mag mee:
munitie, waterstof, koffie en thee,
gezouten vlees, koek, brandewijn,
mijn kompas, Kennedy’s karabijn.
Achttien-twee-en-zestig, april,
we stijgen, gejoel en gegil.
Hijs het anker, de lucht in, tabee,
de Victoria gaat op tournee!
Daar waar wij overheen zweven
staat men ons naar het leven.
Is die ballon misschien de maan?
Komen er boze goden aan?
Ik inspecteer het nieuwe land,
ik teken een kaart met de hand.
Kennedy jaagt op avondeten,
ook de slurf wordt opgegeten.
Een groeve met rotsen vol goud,
Joe wordt gek als hij ze aanschouwt.
Hij gooit de gouderts in de schuit.
We zijn te zwaar, het moet eruit.
Windstilte, daar gaat ons water,
dorst, een storm redt ons later.
Joe springt in het meer van Tsjaad,
we stijgen 100 voet door zijn daad.
Na Timboektoe zijn we verrukt,
verder dan ooit een mens is gelukt!
Dan, condors, een sprinkhanenplaag.
Het gas ontsnapt, we gaan weer omlaag.
De mand moet eraf, gesp hem los!
Anders zijn we alsnog de klos!
Om onze ballon spant een net
houdt dat vast, dan zijn we gered.
Het gevaarte landt in de rivier,
maar wij drieën, wij staan hier,
op de kant, in Senegal.
Ik zie de krantenkoppen al:
Vijf weken in een luchtballon,
daarin slaagt de heer Ferguson.
Lees in dit exclusief verslag
hoe hij Afrika overzag.