droedel
© Bianca Boer
Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van Bianca Boer worden gekopieerd, gedownload, verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier.

Vleugeltheorie


Ze doen het voor jou. In feite doen ze wat ze het beste kunnen voor jou. Daarom zorg ik ervoor dat ze niets tekort komen. Elke dag laat ik ze vliegen en keren ze vrijwillig terug. Elke dag schraap ik hun hok schoon, geef ik ze te eten. En één keer per week krijgen ze een bad met zout erin. Ze hebben zout nodig.
Ik ben er als kind mee besmet. We doen het samen, mijn vader en ik. Het is liefde op wedstrijdniveau. In de loop der jaren zijn we steeds beter geworden. Op dit moment zijn we kampioen op de lange afstand, de grote fond. We gaan goed in de Barcelona, een overnachtse internationale wedstrijd van meer dan 1000 km. Daarom komt het erop aan dat we het team op sterkte houden. Je moet jongen hebben uit de laatste nesten van het vliegseizoen. Als de kruising tussen doffer en duivin zich heeft bewezen.
‘Vergeet nooit dat winnaars aan winnaars gekoppeld, winnaars voortbrengen,’ zegt mijn vader als we uit de auto stappen. We kopen vandaag versterking in België. Hier hebben ze de beste duiven. Ik pak de korf achter uit de auto. De man komt aangelopen en we gaan direct naar achteren.
Het zijn drie ruime hokken, een voor de jonge duiven, een vlieghok en een broedhok. Ze staan met hun rug naar het noorden tegen de koude wind, en hoog op hun poten zodat het altijd goed geventileerd is en droog. Ik schat dat hij zo’n honderd vogels heeft. Zelf hebben we ook drie hokken, een voor duiven jonger dan een jaar, een om te broeden en een speciaal hok voor de toppers.
‘U bent op zoek naar goede koop?’ vraagt hij.
We knikken.
‘Zegt u het maar.’
Mijn vader wijst een duif aan.
‘Dat is er een van Rode Gloria,’ zegt de man, ‘een dochter.’
Rode Gloria heeft in de jaren negentig alles gewonnen wat er te winnen viel. Mijn vader knikt keurend.